Nala
Aantal berichten : 15 Level : 10 40 Held Item :
| Onderwerp: In the heat of the fire {Mission} di sep 01, 2015 9:44 pm | |
|
Haar eerste, echte missie, nerveus liep Nala richting Olive Woodlands. Het was alweer een week geleden dat ze was weggelopen van huis en het werd tijd dat ze aan de slag ging. Als ze niet genoeg pokédollars zou verdienen zou ze geen eten of andere benodigdheden kunnen kopen. Gelukkig had ze een makkelijke missie kunnen vinden zonder dat iemand haar had herkend. Haar ouders hadden er vast een heel drama van gemaakt, o nee, hun prachtige dochtertje was verdwenen, iemand had haar vast ontvoerd. Tsk, alsof zij ‘prachtig’ was, ze kwam niet eens dichtbij ‘mooi’. Als pokémon naar haar keken hadden ze vast andere gedachten, niet ‘oh, wat een mooie Vulpix’. Nee, ze was er zeker van dat als pokémon naar haar keken, gehele andere gedachten door hun hoofd ging. Nala zuchtte en keek om zich heen, ze was er bijna. Het was slimmer binnenkort richting Kasai te gaan, daar werd ze niet gezocht door haar ouders. En wie weet, misschien zou het binnen een paar maanden wel overwaaien. Dan zouden haar ouders accepteren dat ze weg was en weg bleef. Konden zij door met hun leven en kon zij een nieuwe beginnen. Een vage glimlach tekende zich op Nala’s snuit, dat zou fijn zijn. Maar voor nu moest ze zich concentreren op haar missie. Het doel was het redden van een pokémon met de naam Minun, die was blijkbaar verdwaald en had hulp nodig. En je moest toch een koud hart hebben om de noodkreet van een pokémon te negeren. De ingang van de Olive Woodlands kwamen in beeld en even bleef Nala staan, was dit wel een goed idee geweest? Ze was zwak en er waren vast geen pokémon tegen wie ze het kon winnen. Stomme ouders, waarom had ze niet het aanbod van Wolf aangenomen toen hij vroeg of hij haar mocht trainen? O ja, omdat ze een leeghoofd was en had gedacht dat dat verboden was, dat dat niks was voor een ‘dame’. Opstandig gooide de Vulpix haar snuit in de lucht, zij was geen dame, zij was een Rogue en ze zou bewijzen dat ze het aan kon! En nu was ze naar binnen geparadeerd, onzeker liep Nala verder, was het wel slim geweest zo naar binnen te lopen? Er waren vreselijke verhalen over Mystery Dungeons, pokémons die nooit terug kwamen.. nee, niet aan denken! De Vulpix probeerde de nare gedachte van zich af te schudden en liep verder, op het moment was er Minun die haar nodig had en die zou ze helpen ook! Dat was immers waarom ze dit had gedaan, om andere pokémon te helpen. Zij was al haar hele leven verwend, er waren ook pokémon die hulp nodig hadden. Ook al was ze nog niet sterk genoeg om echt Rogue werk te doen, ondertussen kon ze hard gaan werken op andere baantjes. En dan werd ze sterker en dan kon ze alle kwade pokémon in de wereld aanpakken. Zo zou het een betere plek worden, en hopelijk zou de band tussen de twee steden versterken. Vrolijk wiebelend met haar zes staarten liep de Vulpix verder, dat waren nog eens grote dromen. Nala bleef staan, ze was nu in de Dungeon en de uitgang slash ingang was ongeveer tien staartlengtes achter haar. Als ze wilde omdraaien moest ze dat nu doen.. de Vulpix zuchtte en liep verder, ze moest maar eens gaan kijken of ze haar dromen kon waarmaken. Dungeons waren helemaal niet zo gevaarlijk als ze had gehoord, nieuwsgierig trippelde Nala tussen de bomen van de Olive Woodlands. De bomen waren hier wat donker en treurig, ze liep liever in het lichte Cherry Forest, daar had ze de afgelopen week geslapen. Het was dichterbij Kasai dan Tokai, maar de afstand wende snel. Na al die tijd met Wolf te hebben gerend was het niet zo vermoeiend als anders. Het enige waar ze nog geen moed voor had gehad was Kasai ook echt in te gaan. In Tokai liep ze het risico door iemand te worden herkend en naar haar ouders te worden gebracht. Dan moest ze evolueren en trouwen met een of andere enge vos. Nala rilde, ze was zo op aan het gaan in haar gedachten dat ze niet doorhad dat ze tegen iemand aan liep. “Woah,” geschrokken sprong de Vulpix achteruit. De pokémon waartegen ze was aangelopen was een kleine, muisachtige pokémon met blauwe oren en wangen. Een wat angstige blik was in zijn ogen te vinden. Blijkbaar zat hij al de hele tijd verscholen tegen een van de depressieve bomen van de Dungeon. “Gaat het?” Bezorgd keek Nala de onbekende pokémon aan. Die knikte angstig en keek nerveus om zich heen. “Komen ze er aan?” fluisterde het dier zachtjes tegen de vuurvos. “Ehm..” Nala hield haar kon schuin en keek de onbekende nietbegrijpend aan. “Wie? Wie komen er aan?” De Vulpix keek nu ook wat nerveus om zich heen. “De Cherrim,” kwam er van de kleine pokémon. “Ik was hier aan het ontdekken en toen schokte ik per ongeluk een van de sterkste, en nu zoeken ze naar me.” Bang keek de pokémon Nala aan. “I-Ik wilde niemand pijn doen, maar het gebeurde per ongeluk.. en ik ben niet zo sterk.. en dus heb ik maar een hulpkreet uitgezonden.” Het laatste was niet meer dan wat gepiep van de blauwe pokémon. “Rustig,” probeerde Nala de bange pokémon te sussen, voor een stel planten was ze niet bijzonder bang. “Ik ben een Rogue en ik ben hier om andere te helpen,” kalm keek ze de pokémon aan. “Nu, wat is je naam?” De onbekende haalde diep adem en piepte. “Ik ben Spark de Minun.” Nala’s oren gingen omhoog en enthousiastme ontstond in haar ogen. “Bedoel je de Minun die ik moest gaan helpen?” Opgewonden keek ze de blauwe muis aan, misschien zou haar eerste missie wel meteen een groot succes zijn! Dan zou ze meer en moeilijkere missies kunnen krijgen en dan zou ze sterker worden en haar ouders kunnen ontsnappen! “Jij bent degene die mijn brief heeft geaccepteerd?” Spark keek zijn redder met grote ogen aan. “Ik denk het, laten we nu ontsnappen van hier, je familie zal wel ongerust zijn.” “Ben jij wel het type om Rogue te zijn?” Nala keek verbaast om toen Spark de vraag vroeg, ze waren nu al even onderweg en in de tussentijd was de Minun echt opgeleefd. “Wat bedoel je?” vroeg ze nieuwsgierig aan de kleine pokémon. “Nou, Rogue’s zijn toch vaker wat ruigere types? Jij lijkt me veel te mooi om een Rogue te zijn.” Mompelde Spark wat verlegen met een lichtroze blos op zijn blauwe wangen. “Nee, ik ben niet mooi,” reageerde de Vulpix meteen, de verlegen blik van de Minun compleet missend. “Mijn ouders waren altijd heel streng en zo, dus ik ben aan ze ontsnapt om pokémons te helpen.” Nala staarde even voor zich uit, haar naam was helemaal niet Nala, in het echte hete ze Nuria, heilig vuur. Maar als ze zichzelf zo zou blijven noemen zouden haar ouders haar zo vinden. Bovendien waren er meer Vulpixen en waarschijnlijk zou ze binnenkort onherkenbaar zijn. Nu was ze Nala geworden, Nala betekende succesvol en dat was veel beter dan heilig vuur. Van af nu wilde ze succesvol zijn! Niet heilig, alleen Arceus was heilig! “Ehm.. mevrouw Nala?” Spark tikte nerveus tegen het roodbruine vacht van zijn redder. “De Cherrim, we komen in hun territorium.” Nala bleef even staan, hierdoor was ze gelopen en het was de enige weg die ze zich vaag herinnerde. Omlopen zou uren vertraging kunnen betekenen en bovendien zouden ze dan dieper het bos in moeten gaan. “Ik ben niet bang voor die Cherrim, ik ben een Firetype, ik kan ze wel aan,” zei ze zelfverzekerder dan ze zich voelde, en voegde er toen verlegen aan toe. "Enneh.. je hoeft me geen 'mevrouw' te noemen." Eigenlijk was ze helemaal niet zeker van haar kracht, ze was zwak en dat was ze altijd al geweest. Ze had twee leuke aanvallen van Wolf kunnen afkijken, maar verder wist ze alleen hoe je een Ember uitspuwde. “O-Oké, ik zal ook m-mijn best doen,” stotterde Spark, blijkbaar gerustgesteld door de woorden van de Vulpix. Samen met de Minun op haar hielen liep Nala verder, dieper het Cherrim territorium in en dichtbij de uitgang komend. Natuurlijk ging het niet geweldig, dat was duidelijk. Alleen in dromen kon alles perfect gaan en het duurde niet lang of ze kwamen de eerste Cherrim tegen. Nala had de pokémons al gezien, in de bomen en tussen de planten, maar nu keken ze niet langer vriendelijk. De Cherrim die ze zag had een boze blik die gericht leek te zijn op Spark. De plantachtige pokémon kwam uit de boom gesprongen en landde voor de twee reizende. “Stop,” eiste de Cherrim, terwijl de Vulpix en Minun al lang stil stonden. “We dulden reizigers op onze velden, maar geen vijanden.” De boze blik was op Spark gericht. “Jij hebt onze leider aangevallen en daarmee onheil op je afgeroepen,” er leek geen einde aan de kwade woorden van de pokémon te komen. “En daarmee moet je jezelf overgeven om je straf te ontvangen.” Spark was bleek weggetrokken en schudde wild zijn hoofd. “Nee, ik heb niks misdaan, ik heb geen controle over mijn krachten en het was jullie fout om te dichtbij te komen,” trillend stond de Minun op zijn plek. Nu waren de beide blikken van de pokémon gefixeerd op Nala. “Geef de Minun aan ons en je kunt vrij doorlopen,” de Cherrim had een verrassend kille stem voor een plant. De Vulpix keek van de wilde pokémon naar Spark en klemde toen haar kiezen op elkaar. “Ik kan hem niet geven,” boos keek ze de Cherrim aan. “Ik help pokémons die hulp nodig hebben en jullie hebben het recht niet hem te claimen. Ik ga hem naar buiten brengen en ik ga me niet laten tegenhouden.” Nala wierp een blik op Spark, die haar nu met glinsterende ogen aankeek, en zette zich schrap. “Het zij zo,” de Cherrim keek de twee pokémon kil aan en bijna gelijk met de woorden begonnen er andere Cherrim te verschijnen. De pokémons verzamelde zich in een kring rond hun slachtoffers en maakten zich klaar voor een gevecht. Bladeren begonnen te waaien en al snel werden de eerste Magical Leaf afgeschoten. Nala opende haar bek en met Ember verschroeide ze de dingen voor ze konden raken. Spark was ineen gedoken en kon niks doen, hij was te bang om te vechten. “Laat ons met rust,” schreeuwde de Vulpix zodra de eerste Magical Leaf haar schouders schampten. De Cherrim zagen dit echter alleen als aanmoediging en gingen door. Nala gromde en opende haar bek voor een Heat Wave, het was een sterkere aanval en de bladeren gingen sneller kapot dan met de Ember. De plantachtige pokémon kwamen dichterbij en leken de overhand te krijgen. Nala klemde haar tanden op elkaar en probeerde snel te bedenken wat ze moest doen. Na de paar seconden die ze kon gebruiken te hebben nagedacht blafte ze naar Spark. “Blijf achter me. En wat er ook gebeurt, wijk niet van het pad wat ik ga maken!” Met een Flare Blitz stormde Nala door de groep Cherrim die hun hadden omsingeld. Compleet in vlammen gehuld rende de Vulpix verder, zonder naar achteren te kijken. Hopelijk zou Spark volgen! Na wat een eeuwigheid leek te hebben gerend bleef ze staan, hijgend keek Nala achterom en zag tot haar genoegen dat Spark alleen een paar meter achter liep. De Cherrim waren nergens te bekennen. “Mooi.. dat.. we.. dat.. ook.. weer.. hebben.. gehaald,” hijgde de Vulpix uitgeput. Haar mooie lokken haar plakten tegen haar vacht door het zweten, al was dat erg weinig aangezien ze immuun was tegen vuur. “Bedankt,” uitgeput keek Spark zijn redder aan. “Geen.. dank. Laten we.. naar.. de uitgang.. gaan,” de aanval had heel wat energie van haar geëist. De uitgang was erg dichtbij, het leek alsof ze verder hadden gerend dan de Vulpix had gedacht. Toen ze de Olive Woodlands sloot Nala haar ogen en genoot van het moment, niet alleen had ze haar eerste missie overleefd, het was ook nog eens een succes geworden. Words: 2011
|
|
Echo Admin
Aantal berichten : 67 Level : 10 370
| Onderwerp: Re: In the heat of the fire {Mission} di sep 01, 2015 9:59 pm | |
| |
|